Medische pagina

- Steeds meer rookvrije ziekenhuizen -

Dat roken slecht voor je is, weten we allemaal. Jaarlijks sterven meer dan 20.000 mensen in Nederland door roken of meeroken. Het rookverbod wordt in 2020 uitgebreid met de e-sigaret met en zonder nicotine. In openbare ruimtes zoals horeca, scholen en winkels mag je al lang niet meer roken.

In het Nationaal Preventieakkoord is vastgelegd dat in 2030 de gehele zorg rookvrij moet zijn. Vanaf 2025 zijn alle ziekenhuizen al rookvrij. In het ziekenhuis ro- ken mocht al lang niet meer, maar binnenkort is roken rondom een ziekenhuis ook verboden.

Lees meer…

- Coronavirus:
wie loopt extra risico? -

Mensen die besmet worden met het coronavirus heb- ben meestal milde klachten. Bij sommigen mensen verloopt de ziekte heftiger. Veel hartpatiënten maken zich hier zorgen over, omdat ze volgens het RIVM tot een risicogroep behoren.

Nog lang niet alles is bekend over het nieuwe corona- virus en het hart. We delen wat we nu al weten en doen onderzoek om nog meer te weten te komen.

Risicogroepen
Sommige mensen hebben meer risico op ernstige klachten na besmetting met het coronavirus.

Je valt in een risicogroep als je:

– 70 jaar of ouder bent
– 18 jaar of ouder bent en een onderliggende aandoening hebt, zoals:
– een chronische hartaandoening – diabetes
– ernstig overgewicht

-De rol van de huisarts-

Wanneer klachten zouden kunnen duiden op dementie dan is het raadzaam om een afspraak te maken met de eigen huisarts. Is het opgevallen dat het gedrag van de naaste de laatste tijd anders is en u wilt in con- tact komen met een deskundige, dan is de huisarts de eerst aangewezen persoon.

Ook na de diagnose is de huisarts bij dementie het eerste aanspreekpunt.
Voor zorg ben je nou eenmaal afhankelijk van de huis- arts als het gaat om doorverwijzingen. De huisarts kent veelal de situatie en ontwikkelingen van zijn patiënten.Hij is tevens de persoon om verbindingen te leggen tussen de verschillende zorgaanbieders.

- Bespreek uw valrisico met uw huisarts -

Bent u bang om te vallen of bent u (bijna) gevallen? Informeer uw naasten hierover. Als u merkt dat u extra risico loopt om te vallen, neem dan contact op met uw huisarts. Uw huis- arts kan onderzoeken welke factoren precies een rol spelen bij uw valrisico en u gerichte ad- viezen geven over wat u kunt doen om het risico om te vallen te verkleinen. Zonodig kan de huisarts u doorverwijzen naar Isala, bijvoorbeeld naar de polikliniek Ouderengeneeskunde.

Door te weinig te bewegen vermindert uw conditie en spierkracht. U gaat na een tijdje ook trager bewegen, u loopt langzamer of neemt kleinere stappen. Dan kan zelfs een kleine mis- stap tot een val leiden. Door meer te bewegen en speciale oefeningen te doen die uw balans en spierkracht verbeteren, neemt de kans op vallen af. Ook voelt u zich hierdoor fitter en behoudt u uw zelfvertrouwen dat u nodig hebt om erop uit te blijven gaan. Informeer bij uw huisarts welk beweegprogramma voor u geschikt is.

Maak uw huis veilig
Veel valpartijen vinden in de woning plaats. Kleine aanpassingen kunnen uw huis veiliger maken. Denk aan goede verlichting in en om huis (ook ’s nachts), omdat u meer licht nodig hebt om goed te kunnen zien, wanneer u ouder wordt. Denk verder aan het wegwerken van snoeren, het weghalen van losse spullen op de trap, het gebruik van goede leunin- gen en antislipmatten. Loop uw woning eens door en controleer bijvoorbeeld de vloeren, trappen en badkamer op mogelijke risico’s. Zorg er verder voor dat u een telefoon binnen handbereik heeft. Eventueel kunt u gebruikmaken van een alarmeringssysteem. Meer in- formatie vindt u in de brochure ‘Maak je huis veilig ’ van veiligheid.nl.

Laat uw geneesmiddelen checken
Geneesmiddelen en vallen gaan vaak samen. Sommige geneesmiddelen, of combinaties van geneesmiddelen, kunnen duizelingen, slappe spieren, trager reageren of slaperigheid veroorzaken. Overleg regelmatig met uw huisarts of specialist of aanpassingen in uw me- dicatie nodig zijn. Informeer uw huisarts over alle geneesmiddelen die u gebruikt, dus ook diegene die niet zijn voorgeschreven, zoals eventuele alternatieve geneesmiddelen.

Pharmacist helping a grateful senior patient woman in the pharmacy.
Optometrist performing visual field test

Iedereen kan een hart- en vaatziekte krijgen. Maar die kans op het krijgen van een hart- en vaatziekte is niet bij iedereen even groot. Er zijn een aantal risicofactoren die ervoor zorgen dat iemand een grotere kans heeft op het krijgen van een hart- en vaatziekte. Deze risico- factoren zijn deels te beïnvloeden en deels ook niet.

Niet te beïnvloeden risicofactoren
Onder niet te beïnvloeden risicofactoren verstaan we de factoren waar je zelf niks aan kunt doen. Dit zijn:
• Geslacht. Mannen hebben namelijk een hoger risico op het krijgen van hart – en vaatziekten dan vrouwen.
• Leeftijd. Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans wordt op het krijgen van een hart- vaat ziekte.
• Erfelijkheid. We weten van sommige hart – en vaatziekten waarbij erfelijkheid een rol speelt.

Wel te beïnvloeden risicofactoren
Naast dat er risico factoren zijn die we niet kunnen beïnvloeden zijn er ook genoeg risico- factoren voor hart- en vaatziekten waar we wel invloed op kunnen hebben.

• Roken en alcohol                   • Hoge bloeddruk
• Diabetes                                     • Overgewicht
• Te hoog cholesterol

Een groot deel van de hart en vaatziektes zijn te verklaren door een verhoogde waarde van deze risicofactoren. (Bron: UMC Utrecht)